Levensreis of levensdans?
Moderator: Gerard
Levensreis of levensdans?
In mannen-masculine culturen staat competitie vaak centraal. Denk maar aan de Grieken die de Olympische Spelen uitvonden, alleen toegankelijk voor mannen. In vrouwenculturen lijkt de dans veel meer centraal te staan. Verschillende deskundigen denken dat daaruit het labyrinth is onstaan. De dans. Dan moeten we niet zozeer denken aan de moderne stijldans, maar aan de oerdans. Verbindt met moeder aarde. Stampt. Heeft ritme. Kun je verdriet, vreugde, passie, lust, aanbidding, overgave enz enz mee uitdrukken. Speels, zorgeloos, dramatisch. Kunnen vrouwen, mannen en kinderen aan meedoen. Vraagt: rekening houden met elkaar, afstemmen op de ander. In een cirkel, een kring (kringloop!). Heeft een centrum. Heeft een ópgenomen zijn'. Shamaan, derwish. Verhalend, vertellend. Expressief. Stroomt. Bundelt. Breekt los. Innerlijke beleving. Extase. Moeite, zweet, inspanning, opoffering. Samen.
Als er een spirituele (levens)reis is, van A naar B, met een doel, stadia, enz - volgens J. Campbell....
hoe ziet een spirituele (levens)dans er dan uit?
Als er een spirituele (levens)reis is, van A naar B, met een doel, stadia, enz - volgens J. Campbell....
hoe ziet een spirituele (levens)dans er dan uit?
Last edited by Gerard on Sat Feb 02, 2008 8:42 am, edited 1 time in total.
Sisyphus Laughs
Salome danst, Afrika danst, de joden dansen, indianen dansen, Baubo danst, de oude Grieken dansten, de Maori’s dansen, de Druiden dansten, Theseus danst, Apolla danst, Dionysus danst, priesteressen dansen, de Kelten dansen (Lord of the Dance, Riverdance), in de bijbel (het oude testament) wordt gedanst, in de harem wordt gedanst, Shiva danst, de Soefi’s dansen, de Derwish danst, Hermes danst, Brazilie danst, Argentinie danst, de Kozakken dansen, de Lappen dansen, Japan danst, China danst…
…..overal in de wereld, vroeger en tegenwoordig, er werd en wordt gedanst. Uit vreugde, uit verdriet, om te verleiden, om te smeken, om bij elkaar te zijn, om te zingen, om te schreeuwen, om te imponeren, om te vermaken, om te ontroeren, om de goden te danken – noem maar op.
Essentieel in de dans is dat met de voeten Moeder Aarde wordt aangeraakt. Dat men in een kring kan dansen en even later solo. Dat het harmonie en afstemming met de omgeving vraagt.
De dans lees je niet, de dans doe je, beleef je. De dans ervaar je met je lichaam en je ziel. In de dans kun je opgaan.
In mythen wordt vaak gedanst door de sjamaan. De sjamaan kan net zo goed een vrouw als een man zijn. De sjamaan is degene die in extase en trance raakt door dans, ritme en trommels. En zo in kontakt komt met de geesten en goden die hem vertellen wat goed is voor de gemeenschap, wat er gebeuren moet.
De dans is ritme. Het ritme van de maan, van de getijden, van de seizoenen, van de dag en de nacht, van dood en geboorte, van de sterren en de planeten, van weeën, van de golfslag aan het strand, van de maanstonden, van de ademhaling, van de hartslag, van het leven zelf. De dans is meestal blijdschap, plezier, levenslust. ‘Vergeten’ soms ook. De dans is harmonie, is een-wording, is zweven; doet een beroep op de hele mens in plaats van alleen het hoofd. Via de dans komt de mens in kontakt met zijn diepste zelf. De dans is: antennes uit! De dans is leiden en volgen tegelijk, meeveren, aanvoelen, samen doen, vloeiend, wijkend en spelend, naderen en afstand nemen, meeslepen en ingespeeld raken. De dans cirkelt, zoals de mandala, zoals het labyrint. In de dans beweegt alles.
Waar in mythologie de held van de reis vaak door een man ondernomen wordt, wordt de dans gedaan door zowel mannen als vrouwen. Misschien nog wel meer door vrouwen dan door mannen. Zelfs dieren dansen. In die zin is de dans misschien wel universeler dan de reis. Een groot verschil: de reis wordt vaak alleen ondernomen, de dans daarentegen wordt zelden alleen gedaan. De reis is meestal ‘ik’, de dans is vaak ‘wij’. In een groep of met zijn tweeen.
In de reis van de held is opgebouwd uit fases, in een vast patroon. De reis van de held wordt gemaakt met vallen en opstaan. De dans kan ook een metafoor zijn voor het leven. Het leren van de (levens)dans gaat ook via fasen.
Fase 1: de dans leren.
Je moet met alle onderdelen vertrouwd raken: de passen, de armbewegingen, het ritme, de muziek en ook het verhaal ervan, de betekenis. In het begin kan er angst zijn. Angst het niet te kunnen, af te gaan voor de ander. Er is aandacht en concentratie voor nodig. En vertrouwen.
Fase 2: de dans eigen maken.
Dat is de fase waarin de danser, danseres, de (levens)dans beheerst en hem rustig uit kan voeren. De onzekerheden zijn weg. De passen en bewegingen worden beheerst. Afkijken en herstellen is niet meer nodig. Er is voldoening.
Fase 3: de ‘automatische piloot’.
Door herhaling hoeft de dansende niet meer na te denken, bewegingen gaan automatisch, worden geleid door een onderbewuste. Er is geen bewuste controle meer nodig. De dansende wordt gedanst. Er is ruimte voor waarnemen van andere zaken, van collectieve energie, van gemeenschappelijkheid, van kracht, van onderdeel zijn van een groter geheel, totdat we solo willen gaan. Het is veilig en avontuurlijk tegelijk.
Fase 4: de vereniging met de geest.
Het lichaam maakt zijn bewegingen vloeiend en zonder inspanning. Het bewustzijn verplaatst zich naar hogere of diepere niveau’s. De danser wordt omhuld en opgenomen. Je bent de dans.
Fase 5: de be-eindiging van de dans.
Het lichaam bereidt zich voor op het stoppen. Langzaam wordt de dans langzamer. Er treedt rust in. En voldoening.
Is het niet ook ‘gewoon’ het leven zelf, de levensloop? Maar dan op een andere manier als de reis? Met andere accenten, andere belevingen, andere invalshoeken?
Het spreekt vanzelf dat het leren van de dans gepaard gaat met hetzelfde als wat in het leven aan de orde komt: oefenen, pijn ervaren, volhouden, discipline, vallen en opstaan, vreugde om kleine vorderingen, tegenslag en voldoening.
Uit: Jij bent de dans, sacred dance beleven, Joyce Dijkstra.
En: De veldheer en de danseres, omgaan met je levensverhaal, Eva de Waard - van Maanen.
…..overal in de wereld, vroeger en tegenwoordig, er werd en wordt gedanst. Uit vreugde, uit verdriet, om te verleiden, om te smeken, om bij elkaar te zijn, om te zingen, om te schreeuwen, om te imponeren, om te vermaken, om te ontroeren, om de goden te danken – noem maar op.
Essentieel in de dans is dat met de voeten Moeder Aarde wordt aangeraakt. Dat men in een kring kan dansen en even later solo. Dat het harmonie en afstemming met de omgeving vraagt.
De dans lees je niet, de dans doe je, beleef je. De dans ervaar je met je lichaam en je ziel. In de dans kun je opgaan.
In mythen wordt vaak gedanst door de sjamaan. De sjamaan kan net zo goed een vrouw als een man zijn. De sjamaan is degene die in extase en trance raakt door dans, ritme en trommels. En zo in kontakt komt met de geesten en goden die hem vertellen wat goed is voor de gemeenschap, wat er gebeuren moet.
De dans is ritme. Het ritme van de maan, van de getijden, van de seizoenen, van de dag en de nacht, van dood en geboorte, van de sterren en de planeten, van weeën, van de golfslag aan het strand, van de maanstonden, van de ademhaling, van de hartslag, van het leven zelf. De dans is meestal blijdschap, plezier, levenslust. ‘Vergeten’ soms ook. De dans is harmonie, is een-wording, is zweven; doet een beroep op de hele mens in plaats van alleen het hoofd. Via de dans komt de mens in kontakt met zijn diepste zelf. De dans is: antennes uit! De dans is leiden en volgen tegelijk, meeveren, aanvoelen, samen doen, vloeiend, wijkend en spelend, naderen en afstand nemen, meeslepen en ingespeeld raken. De dans cirkelt, zoals de mandala, zoals het labyrint. In de dans beweegt alles.
Waar in mythologie de held van de reis vaak door een man ondernomen wordt, wordt de dans gedaan door zowel mannen als vrouwen. Misschien nog wel meer door vrouwen dan door mannen. Zelfs dieren dansen. In die zin is de dans misschien wel universeler dan de reis. Een groot verschil: de reis wordt vaak alleen ondernomen, de dans daarentegen wordt zelden alleen gedaan. De reis is meestal ‘ik’, de dans is vaak ‘wij’. In een groep of met zijn tweeen.
In de reis van de held is opgebouwd uit fases, in een vast patroon. De reis van de held wordt gemaakt met vallen en opstaan. De dans kan ook een metafoor zijn voor het leven. Het leren van de (levens)dans gaat ook via fasen.
Fase 1: de dans leren.
Je moet met alle onderdelen vertrouwd raken: de passen, de armbewegingen, het ritme, de muziek en ook het verhaal ervan, de betekenis. In het begin kan er angst zijn. Angst het niet te kunnen, af te gaan voor de ander. Er is aandacht en concentratie voor nodig. En vertrouwen.
Fase 2: de dans eigen maken.
Dat is de fase waarin de danser, danseres, de (levens)dans beheerst en hem rustig uit kan voeren. De onzekerheden zijn weg. De passen en bewegingen worden beheerst. Afkijken en herstellen is niet meer nodig. Er is voldoening.
Fase 3: de ‘automatische piloot’.
Door herhaling hoeft de dansende niet meer na te denken, bewegingen gaan automatisch, worden geleid door een onderbewuste. Er is geen bewuste controle meer nodig. De dansende wordt gedanst. Er is ruimte voor waarnemen van andere zaken, van collectieve energie, van gemeenschappelijkheid, van kracht, van onderdeel zijn van een groter geheel, totdat we solo willen gaan. Het is veilig en avontuurlijk tegelijk.
Fase 4: de vereniging met de geest.
Het lichaam maakt zijn bewegingen vloeiend en zonder inspanning. Het bewustzijn verplaatst zich naar hogere of diepere niveau’s. De danser wordt omhuld en opgenomen. Je bent de dans.
Fase 5: de be-eindiging van de dans.
Het lichaam bereidt zich voor op het stoppen. Langzaam wordt de dans langzamer. Er treedt rust in. En voldoening.
Is het niet ook ‘gewoon’ het leven zelf, de levensloop? Maar dan op een andere manier als de reis? Met andere accenten, andere belevingen, andere invalshoeken?
Het spreekt vanzelf dat het leren van de dans gepaard gaat met hetzelfde als wat in het leven aan de orde komt: oefenen, pijn ervaren, volhouden, discipline, vallen en opstaan, vreugde om kleine vorderingen, tegenslag en voldoening.
Uit: Jij bent de dans, sacred dance beleven, Joyce Dijkstra.
En: De veldheer en de danseres, omgaan met je levensverhaal, Eva de Waard - van Maanen.
Sisyphus Laughs
In de magische wereld speelde de shamaan (sommmigen zeggen sjamaan) een hoofdrol. Er waren evenveel vrouwelijke als mannelijke shamanen. Het shamanisme is ‘uit de tijd’ omdat we intussen in een rationele wetenschappelijke wereld wereld leven, waar alleen het meetbare telt. Het magische is verdwenen. De shamaan was een wereldwijd gegeven: de Indianen hadden shamanen, de Siberiers, de Maroi’s en de Keltische druiden waren ook shamanen. Het verschil tussen een shamaan en een priester is, dat de priester zich in dienst weet van het volk en zo god weet te bereiken, bij de shamaan is het andersom. Hij of zij heeft verbinding met het goddelijke en inspireert, leert en heelt zo de mensen in zijn omgeving. Zelfs Jezus heeft heel veel shamaanse en dus magische trekken: hij heelt, is een ziener en inspireert.
De shamaan danst. In dit opzicht heeft het christendom iets bij vele natuurvolken weggedrukt: het christendom weert de dans. Anders dan de (meestal stilstaande) priester, danst de shamaan. Zijn lichaam, zijn hartslag, zijn ademhaling zijn hele lijf doet mee en ervaart, in plaats van alleen het hoofd dat denkt. Zijn instrumenten zijn de dans, muziek, het ritme, de drums, de trommel, de extase.
Gabrielle Roth is een beroemde danseres en zij verbindt dansen, vrouwelijkheid, de shamaan en levensweg met elkaar. Zij stelt: ieder is een danser en het leven moet als dans ervaren worden. Zij ziet het leven dus niet primair als een reis, maar als een dans. Niet de held die reist is haar centrale archetype, maar de shamaan die danst. Enerzijds overlapt haar visie die van Campbell, anderzijds wijkt ze er fundamenteel van af.
In haar visie heeft de shamaan 5 taken:
1. Het lichaam vrij maken – door middel van 5 door haar benoemde Oer-ritmes die als een rode draad door de rest van haar ‘levensdans’ lopen
2. Het hart luchten en emoties de vrije loop laten
3. Het hoofd leeg maken
4. De ziel opwekken
5. Het inlijven van de ziel in je wezen
Door het doen van duizenden dansen en het bekijken en observeren van nog veel meer andere dansende mensen is zij tot de conclusie gekomen dat het leven 5 Oer-ritmes heeft.
De 5 Oer-ritmes:
Vloeiend:
Langzaam. Zwaar. Bijna bewegingsloos, maar langzaam gaat het licht aan, als een kat die wakker wordt. Je wordt aangestoken door iets. Er komt steeds meer beweging. Er ontstaat een uitzetten en samentrekken, zoals een wee. Golvende bewegingen. Je gaat mee met de muziek. Bochten, cirkels, veel vormen, golven vloeiend, geen scherpe hoeken nog. Treuzelend, twijfelend. Iets brengt je in beweging. Wil je laten dansen.
Staccato:
De energie begint te pulseren. En storm begint op te steken. Het tempo sleurt je omhoog. De bewegingen worden heftiger, de golven beginnen te beuken, bewegingen hebben nog een duidelijk begin en eind, er is nog controle maar alles versnelt, went en keert zich. Hartstocht, heftig.
Chaos:
Het tempo verhoogt zich. Je verliest de controle. Het is eng. Je lichaam wordt (!) rondgedraaid, een draaikolk. Je hoofd zit los. Je handen en armen flitsen en vliegen. Je lichaam is geladen alsof het is aangesloten op een enorme transformator. Alle gedachten en angsten worden langzaam overstegen.
Lyrisch:
Van het heftige van de chaos, nu naar de zoete melodie. Elegant, speels, luchtig. Zwenkend en kalmerend. Lichtvoetig nu. Koesterend, veilig, liefdevol.
Stilstand:
Het lichaam komt tot stilstand, maar van binnen beweegt nog alles. Je voelt je stralend, getransformeerd. Alleen de adem gaat op en neer. Nagenieten. Stilte. Rustig schemerlicht.
Roth geeft aan deze vormen een aantal betekenissen mee. Zij zegt:
Veel mensen merken tijdens het doen van die ritmes dat ze het ene ritme heel natuurlijk en gemakkelijk vinden, maar een andere moeilijk of zelfs afstotelijk. Het is van vitaal belang juist die ritmes in te gaan en te ervaren waar we van nature een weerstand tegen hebben, omdat die een verloren dimensie van ons wezen vertegenwoordigen.
Iedereen heeft een bepaald ritme of combinatie van ritmes waarin hij of zij zich het meest thuis voelt. Zijzelf ‘opereert’ spontaan in een vloeiend ritme. Het is goed om te weten welke ritme bij jou de overhand heeft om beter te begrijpen hoe je zelf in elkaar zit, van nature, maar ook om beter te begrijpen hoe je het best met andere mensen, plaatsen en situaties om kunt gaan. Als je zelf bvb. een vloeiend type bent en je partner is van nature staccato, dan maakt dit verschil in basis-levensritme het mogelijk elkaars verschillen beter te begrijpen. Ook een stad kan een bepaald ritme vertegenwoordigen: New York is staccato, maar Jamaica is lyrisch. Waar voel je je het meeste thuis? Roth beschouwt het doen en ervaren van deze ritmes als een shamaanse bezigheid. Het klink wellicht aanvankelijk wat onwennig, maar hoe langer je er over nadenkt des te meer er in zit.
Tot zover een samenvatting van Roth’s visie.
Toevoeging van Gerard:
Ik denk dat geldt voor je beroepskeuze, de aard van je kind, de inrichting van je woning, enz. Dansen heeft een aantal heel andere aspecten dan reizen. De reis is doelgericht. De dans beweegt mee. Om maar een voorbeeld te noemen. Daarom is het in zekere opzichten een totaal andere manier van in het leven staan. Een levensreis heeft andere uitgangspunten dan een levensdans. Je moet het ritme kunnen oppikken van mensen, plaatsen, situaties enz. en ermee leren dansen. Of je de dans nu als fysiek of als metafoor ervaart.
De shamaan danst. In dit opzicht heeft het christendom iets bij vele natuurvolken weggedrukt: het christendom weert de dans. Anders dan de (meestal stilstaande) priester, danst de shamaan. Zijn lichaam, zijn hartslag, zijn ademhaling zijn hele lijf doet mee en ervaart, in plaats van alleen het hoofd dat denkt. Zijn instrumenten zijn de dans, muziek, het ritme, de drums, de trommel, de extase.
Gabrielle Roth is een beroemde danseres en zij verbindt dansen, vrouwelijkheid, de shamaan en levensweg met elkaar. Zij stelt: ieder is een danser en het leven moet als dans ervaren worden. Zij ziet het leven dus niet primair als een reis, maar als een dans. Niet de held die reist is haar centrale archetype, maar de shamaan die danst. Enerzijds overlapt haar visie die van Campbell, anderzijds wijkt ze er fundamenteel van af.
In haar visie heeft de shamaan 5 taken:
1. Het lichaam vrij maken – door middel van 5 door haar benoemde Oer-ritmes die als een rode draad door de rest van haar ‘levensdans’ lopen
2. Het hart luchten en emoties de vrije loop laten
3. Het hoofd leeg maken
4. De ziel opwekken
5. Het inlijven van de ziel in je wezen
Door het doen van duizenden dansen en het bekijken en observeren van nog veel meer andere dansende mensen is zij tot de conclusie gekomen dat het leven 5 Oer-ritmes heeft.
De 5 Oer-ritmes:
Vloeiend:
Langzaam. Zwaar. Bijna bewegingsloos, maar langzaam gaat het licht aan, als een kat die wakker wordt. Je wordt aangestoken door iets. Er komt steeds meer beweging. Er ontstaat een uitzetten en samentrekken, zoals een wee. Golvende bewegingen. Je gaat mee met de muziek. Bochten, cirkels, veel vormen, golven vloeiend, geen scherpe hoeken nog. Treuzelend, twijfelend. Iets brengt je in beweging. Wil je laten dansen.
Staccato:
De energie begint te pulseren. En storm begint op te steken. Het tempo sleurt je omhoog. De bewegingen worden heftiger, de golven beginnen te beuken, bewegingen hebben nog een duidelijk begin en eind, er is nog controle maar alles versnelt, went en keert zich. Hartstocht, heftig.
Chaos:
Het tempo verhoogt zich. Je verliest de controle. Het is eng. Je lichaam wordt (!) rondgedraaid, een draaikolk. Je hoofd zit los. Je handen en armen flitsen en vliegen. Je lichaam is geladen alsof het is aangesloten op een enorme transformator. Alle gedachten en angsten worden langzaam overstegen.
Lyrisch:
Van het heftige van de chaos, nu naar de zoete melodie. Elegant, speels, luchtig. Zwenkend en kalmerend. Lichtvoetig nu. Koesterend, veilig, liefdevol.
Stilstand:
Het lichaam komt tot stilstand, maar van binnen beweegt nog alles. Je voelt je stralend, getransformeerd. Alleen de adem gaat op en neer. Nagenieten. Stilte. Rustig schemerlicht.
Roth geeft aan deze vormen een aantal betekenissen mee. Zij zegt:
Veel mensen merken tijdens het doen van die ritmes dat ze het ene ritme heel natuurlijk en gemakkelijk vinden, maar een andere moeilijk of zelfs afstotelijk. Het is van vitaal belang juist die ritmes in te gaan en te ervaren waar we van nature een weerstand tegen hebben, omdat die een verloren dimensie van ons wezen vertegenwoordigen.
Iedereen heeft een bepaald ritme of combinatie van ritmes waarin hij of zij zich het meest thuis voelt. Zijzelf ‘opereert’ spontaan in een vloeiend ritme. Het is goed om te weten welke ritme bij jou de overhand heeft om beter te begrijpen hoe je zelf in elkaar zit, van nature, maar ook om beter te begrijpen hoe je het best met andere mensen, plaatsen en situaties om kunt gaan. Als je zelf bvb. een vloeiend type bent en je partner is van nature staccato, dan maakt dit verschil in basis-levensritme het mogelijk elkaars verschillen beter te begrijpen. Ook een stad kan een bepaald ritme vertegenwoordigen: New York is staccato, maar Jamaica is lyrisch. Waar voel je je het meeste thuis? Roth beschouwt het doen en ervaren van deze ritmes als een shamaanse bezigheid. Het klink wellicht aanvankelijk wat onwennig, maar hoe langer je er over nadenkt des te meer er in zit.
Tot zover een samenvatting van Roth’s visie.
Toevoeging van Gerard:
Ik denk dat geldt voor je beroepskeuze, de aard van je kind, de inrichting van je woning, enz. Dansen heeft een aantal heel andere aspecten dan reizen. De reis is doelgericht. De dans beweegt mee. Om maar een voorbeeld te noemen. Daarom is het in zekere opzichten een totaal andere manier van in het leven staan. Een levensreis heeft andere uitgangspunten dan een levensdans. Je moet het ritme kunnen oppikken van mensen, plaatsen, situaties enz. en ermee leren dansen. Of je de dans nu als fysiek of als metafoor ervaart.
Sisyphus Laughs
In de oudheid hadden de dans en het labyrint nauwe banden met elkaar. Er zijn veel geleerden die menen dat het labyrint ontstaan is uit de dans.
Let wel: er is een verschil tussen een doolhof, dat geen uitweg heeft (het woord 'dolen' zegt het al) en het labyrint dat wel degelijk een begin en eind heeft.
Het is ook maar net wat 'men' zegt wat er in het centrum van het labyrint is. Het ene verhaal zegt: een monster (bvb de Minotaurus), het andere verhaal zegt: de goddelijke priesteres.
Bij doolhoven denken we ook aan hoge heggen en onoverzichtelijkheid, maar labyrinten waren in de tijd van de mythen gewoon uitgezet met stenen.
Vaak werd het binnenste van een labyrint beschouwd als de toegang tot een andere wereld. Degene die beschikte over de wetenschap hoe je door het labyrint kon komen, wist de weg naar een nieuw leven.
Het labyrint, de godin, in het centrum ervan, was wel een eerbewijs aan de vrouw en haar buik.
Let wel: er is een verschil tussen een doolhof, dat geen uitweg heeft (het woord 'dolen' zegt het al) en het labyrint dat wel degelijk een begin en eind heeft.
Het is ook maar net wat 'men' zegt wat er in het centrum van het labyrint is. Het ene verhaal zegt: een monster (bvb de Minotaurus), het andere verhaal zegt: de goddelijke priesteres.
Bij doolhoven denken we ook aan hoge heggen en onoverzichtelijkheid, maar labyrinten waren in de tijd van de mythen gewoon uitgezet met stenen.
Vaak werd het binnenste van een labyrint beschouwd als de toegang tot een andere wereld. Degene die beschikte over de wetenschap hoe je door het labyrint kon komen, wist de weg naar een nieuw leven.
Het labyrint, de godin, in het centrum ervan, was wel een eerbewijs aan de vrouw en haar buik.
Sisyphus Laughs
Maar misschien is de dans wel 'slechts' een van de 'dragers' van het meest elementaire wat er bestaat in de natuur:
het RITME.
....van eb en vloed
.....van de seizoenen
.....van muziek
....van de hartslag
.....van barensweeen
....van de ademhaling
.....van doodgaan en weer geboren worden
....van de menstruatie
....van ondergang en opkomst
.....van het liefdesspel (grijns)
....van de schijngestalten van de maan
.....van waken en slapen gaan
.....van golven aan het strand (grijns 2)
kortom.....
van het leven zelf.
het RITME.
....van eb en vloed
.....van de seizoenen
.....van muziek
....van de hartslag
.....van barensweeen
....van de ademhaling
.....van doodgaan en weer geboren worden
....van de menstruatie
....van ondergang en opkomst
.....van het liefdesspel (grijns)
....van de schijngestalten van de maan
.....van waken en slapen gaan
.....van golven aan het strand (grijns 2)
kortom.....
van het leven zelf.
Sisyphus Laughs